Binnen het team van Flexibility Limburg is Joep Zwikker degene die het meeste nadenkt over werkgeluk en wat hijzelf daarvoor nodig heeft. “Ik heb mijn baan niet nodig om gelukkig te zijn. Dat is wel eens anders geweest.”
“Voor mijn gevoel was ik op een gegeven moment alleen nog maar aan het werken.”
Alleen nog maar aan het werk
Joep Zwikker werkt inmiddels ruim 10 jaar in de recruitmentsector. Na een aantal jaren van steeds langere werkweken, begon hij zich af te vragen of er wel genoeg ruimte overbleef voor hemzelf en andere zaken die hij belangrijk vond.
“Ik zat voor mijn werk veel in de auto, werkte regelmatig ’s avonds door en de werkweek begon vaak al op zondagavond met het leegruimen van mijn inbox. Voor mijn gevoel was ik op een gegeven moment alleen nog maar aan het werken.” Joep maakte bewust de overstap naar Flexibility Limburg om een breuk te maken met die situatie. “Ik houd van het vak en de branche, maar wilde het wel anders gaan doen. Het nadenken over wat me gelukkig maakt in mijn werk en wat ik nodig heb om ergens tot mijn recht te komen, is daarna ook niet meer gestopt.”

Op zoek naar ruimte
“Het allerbelangrijkste is dat ik het gevoel heb dat ik ruimte heb. Ruimte om mijn eigen invulling te geven aan een dossier of opdracht. Het uitvoeren van gedetailleerde opdrachten van een hoofdkantoor op honderden kilometers afstand past daar gewoon niet bij.” Het grote voordeel vindt hij daarbij dat het effect van zijn werk ook veel beter zichtbaarder is. “Ik zou nu inderdaad nooit meer kiezen voor een baan bij een grote organisatie. Met mijn werk creëer ik nu direct impact. Niet alleen voor de opdrachtgevers en kandidaten die ik met elkaar in contact breng, maar ook impact op het bedrijf Flexibility Limburg zelf.”
Een dag minder werken
Na een jaar besloot Joep een dag minder te gaan werken. “Dat had ik toen echt nodig om tijd voor mezelf en mijn vriendin te creëren. Een weekend is maar kort en snel volgepland. Voor mijn gevoel kwamen werk en privé toen in een goede balans terecht.” Hij is ervan overtuigd dat het voor veel meer mensen zou werken, ondanks dat het in de huidige arbeidsmarkt voor werkgevers niet aantrekkelijk is er nu aan mee te werken. “Als iedereen ineens een dag minder zou werken, zou het aantal vacatures in Nederland met 20% stijgen. Althans, dat denken veel werkgevers. Onderzoeken in Scandinavië, waar parttime werken veel normaler is, wijzen juist uit dat werknemers gelukkiger en daardoor productiever worden. Het werk wordt nog steeds gedaan, maar door minder FTE. En degenen die er zijn, zijn gelukkiger. Dat moet werkgevers toch nieuwsgierig maken, zou je denken.”
Werk niet nodig om gelukkig te zijn
Het belangrijkste inzicht van de afgelopen jaren, vindt Joep dat hij zijn werk niet meer nodig heeft om gelukkig te zijn. “Als ik morgen de loterij win en nooit meer hoef te werken, zou ik het niet gaan missen. Want dat is voor mij de belangrijkste reden om te werken: zodat ik de rest van mijn leven buiten mijn baan kan financieren en leuke dingen kan doen.” Het is een standpunt dat je niet vaak tegenkomt bij managers in een commerciële functie, geeft hij toe. “Een paar jaar geleden zou ik het ook niet zo geformuleerd hebben, maar dat inzicht heeft niets veranderd aan mijn inzet en de ambitie om kwaliteit te leveren in mijn werk. Dat zal iedereen met wie ik samenwerk beamen.” Hij sluit niet uit dat hij beter is geworden sinds hij niet meer de noodzaak voelt om carrière te maken. “Dat zou ik eigenlijk wel logisch vinden. Mijn professionele groei is nu het gevolg van mijn functioneren en niet meer het doel. Dat zorgt dat ik beter afschakel in mijn vrije tijd en iedere dag weer ontspannen aan de start verschijn.”
“Als ik morgen de loterij win en nooit meer hoef te werken, zou ik het niet gaan missen.”
Als manager werken aan werkgeluk
Nu Flexibility Limburg groeit en Joep weer een eigen team van recruiters gaat aansturen, is natuurlijk de vraag hoe hij zijn eigen ervaringen gaat gebruiken. “Het begint met interesse en het stellen van vragen, denk ik. Zo heeft Paul (Bergs, eigenaar van Flexibility Limburg) het bij mij ook aangepakt. Er zit natuurlijk wel een rode draad in individuele behoeftes, maar de accenten verschillen per werknemers. Door met elkaar in gesprek te blijven en me dienstbaar op te stellen naar mijn team, ben ik ervan overtuigd dat ik ga bijdragen aan het werkgeluk van het team.”
‘Bouw piramides en je krijgt mummies’
Joep schreef vorig jaar een column waarin hij autonomie een voorwaarde voor werkgeluk noemt. “Ik heb autonomie nodig, ruimte om mijn eigen beslissingen te nemen. Volgens mij geldt dat trouwens voor iedereen. Niemand wil de hele dag tot in de detail te horen krijgen wat hij of zij moet doen. Dan stomp je ook je af en van het denkvermogen van mensen blijft niets over. Ricardo Semler heeft daar een mooie uitdrukking voor: ‘Bouw piramides en je krijgt mummies.’
Als het vele thuiswerken iets heeft opgeleverd, vindt Joep, dan is het wel het inzicht bij diverse managers dat hun medewerkers ook zonder dagelijkse leiding hun werk gewoon blijven doen. “Dankzij zijn veel vooroordelen over losser georganiseerde teams, vrijheid en autonomie gesneuveld. De afgelopen anderhalf jaar zijn dus zeker waardevol geweest op dat vlak.” Een inzicht dat niet onbelangrijk is nu de arbeidsmarkt op hol geslagen is. “Ja, dat zou je zeggen, maar toch letten veel werkgevers nog steeds alleen op opleiding en werkervaring. De vraag waar iemand gelukkig van wordt, wordt nog steeds maar heel weinig gesteld.”
Werkgeluk op de agenda
Het bespreken van werkgeluk en wat werknemers gelukkig maakt, zou volgens Joep bij iedere organisatie op de agenda horen. “Het is een klassieke win-win situatie. Bedrijven die investeren in werkgeluk, verdienen dat terug in een hogere productiviteit, dalend ziekteverzuim en minder verloop.” Er is een magische formule waarmee je aan slag kan, maar zet het op de agenda en begin met het veranderen en aanpassen van kleine zaken. “Alles wat aandacht krijgt groeit. Ik zie geen enkele reden om dit niet standaard op te nemen in het prioriteitenlijstje van een MT. Doet je het als werkgever niet, dan loop je een achterstand op en dat lijkt me in deze arbeidsmarkt erg onverstandig.”